Fly-overproject: een dubbele aftakking, station Corinnestein, industriemodules, opstelsporen
Het Fly-overproject is gestart in 1989 en telt inmiddels 16 bakken van diverse afmetingen. De lengte van de huidige inbreng is 675 cm. De diepte bedraagt 330 cm. Het spoorthema is een dubbele ongelijkvloerse aftakking, waarvan er één inmiddels vast is voorzien van een keerlus met inhaalspoor. Aan de binnenzijde van de bakken is een derde spoor opgenomen, dat op normafstand kan aansluiten op andere modules met een derde spoor. In 2016 is op de meest rechtse bakken van de Fly-over aan de voorzijde een vierde spoor aangelegd, voor kruisingsvrij railverkeer over vier hoofdsporen; twee heen en twee terug.
Halverwege het derde spoor bevindt zich sinds 2011 station Corinnestein, genoemd naar mijn jongste dochter Corinne. (Mijn oudste dochter Käthe had al haar eigen station: de 90 graden-module Käthelitz. Vanzelfsprekend kon een vernoeming naar haar jongere zus niet uitblijven…)
Het thema van de scenery is zware industrie. Aan de binnenzijde van het derde spoor liggen rechts van het station de aansluitsporen van de blikvangers: een hoogoven, een staalconverter en een energiecentrale. De zware industrie wordt gecompleteerd door een staalwalserij, slakkenstortplaats, ertsbrug, persluchtfabriek, alsmede bijbehorende kranen en opslagbunkers voor kolen, ijzererts, kalk en schroot. Enkele gebouwen hebben in hout uitgevoerde voorgangers, om gedurende enige tijd het eindstadium inzichtelijk te maken.
Een toekomstige uitbreiding is de cokesfabriekmodule ter rechterzijde van de Fly-over. Deze module zal uit 8 bakken bestaan: drie in de lengte, daarachter twee scenerybakken en loodrecht op het geheel drie bakken met rails. De totale lengte bedraagt 325 cm. De cokesfabriek, een gashouder en twee koeltorens komen op 2 aparte scenerybakken. Op de cokesfabriekmodule zullen de 4 inkomende hoofdsporen ongelijkvloers worden gesplitst, waardoor onafhankelijk treinverkeer mogelijk zal zijn gemaakt. Het geheel is ook zonder de Fly-overmodule inzetbaar, dan als gewone ongelijkvloerse splitsing.
Onderdeel van de Fly-over vormt een tiental opstelsporen van plm. 3 meter lengte, te realiseren op drie bakken. Deze opstelsporen bevinden zich normaliter achter de achtergrondplaten en kunnen worden aangesloten via een genormeerde M-Track-aansluiting voor opzetbakken. De opstelbakken kunnen op elke willekeurige andere module met genormeerde opzetbak-aansluiting worden aangesloten.
Geschiedenis van de Fly-over: drie perioden van bouw en twee perioden van stilstand. Begonnen in februari 1989, werd de Fly-over voor het eerst in oktober 1989 tijdens een publieksmanifestatie in een grote baan opgenomen. De planvorming begon nog voor de oprichting van de landelijke vereniging M-Trackgroep Nederland (MTGN). In een plaatselijke treinenvereniging waar ik destijds lid van was, was de Fly-over bedoeld als particuliere uitbreiding van een in 1988 door deze vereniging gebouwde proefmodule (“ongeluksmodule”, momenteel ook in het bezit van MSG De Nieuwe Waterweg; huidige eigenaar is Peter Weltevrede). De plaatselijke vereniging zag echter af van de verdere bouw van modules met Märklinrails en in de loop van 1989 werd ik lid van MTGN, waar de Fly-over meedeed met twee publieksevenementen. Het geheel bestond toen nog uit 4 bakken van 1,20 m. De treinen reden prima, maar opmerkingen als: “de treinen storten wel naar beneden” stoorden mij. Hoewel het dalende deel kleiner dan 5% was en het stijgende onder de 3% (dus geheel binnen de modeltreinnormen), gedroegen de treinen zich inderdaad onnatuurlijk, moest ook ik toegeven. De treinen raasden naar beneden en kropen daarna weer omhoog. Dit rijgedrag werd vooral veroorzaakt doordat er in die tijd nog overwegend analoog werd gereden (alle treinen dezelfde spanning) en er nog nauwelijks een lastafhankelijke motorregeling werd toegepast. Na dezelfde ervaring een half jaar later, heb ik in het dalende spoor een bak tussengevoegd van 75 cm en is tevens het stijgende deel met 25 cm. verlengd door een wissel te verplaatsen. In 1990 verdween de Fly-over voor 10 jaar in Schiedam in de mottenballen; een nieuwe baan, studie en de stichting van een gezin in Amsterdam eisten alle tijd op. In deze periode was er nog even sprake van dat er boven de benedenkeerlus een locdepot zou komen en een rangeerterrein inclusief rangeerheuvel. Plannen die achterhaald werden door andere plannen.
In 2000, 10 jaar na de laatste inzet, kwam de Fly-over nog even tevoorschijn. In mei 2000 op een treinendag in Schiedam. Ze waren toen niet rijvaardig. En in de zomer van hetzelfde jaar kwam er een zesde bak bij en werden beide aftakkingen op norm gelegd. Alle draadjes werden aan elkaar geknoopt en er kon zowaar weer worden gereden! De meeste tijd werd ingenomen door het afstellen van de dalende en stijgende baanvakken. Zowel de route moest vloeiend verlopen, als de stijgingen en dalingen. En dat over 6 bakken per spoor: steeds weer rails en de houten ondergrond loshalen, bijstellen en weer vastleggen.
Na het intermezzo-jaar 2000 geraakte de Fly-over voor een (tweede) 10-jarige periode in de pauzestand. In 2006 verhuisde ik terug naar Schiedam en na drie jaar klussen, kreeg ik weer tijd voor de treinmodules. Aan een van de aftakkingen kwam een vaste keerlus (bakken 9, 10 en 11). De Fly-over werd verlengd met een extra bak (7) waarop enkele wissels werden gelegd tussen de hoofdsporen en spoor 3. Op deze bak is later de kolengestookte energiecentrale geplaatst. Neef Ronald Rieken voorzag de bakken van nieuwe bedrading – een heel karwei, temeer daar er diverse elektrische sluitingen naar voren kwamen die werden veroorzaakt door slijpresten van afgezaagde rails en ingekorte wissels. Na een jaar werken aan de baan en na de toevoeging van tijdelijke grasmatten, deed de Fly-over eind 2010 voor het eerst weer mee met een rijweekend. In het jaar erna werd het derde spoor uitgebreid met een station (Corinnestein) en werd de normering van spoor 3 dusdanig aangepast, dat deze op de moduleovergangen aansloot op het inmiddels ontworpen station Rienacker van neef John Rieken. Sinds 2010 wordt de Fly-over gemiddeld twee keer per jaar opgebouwd en vormt het een onderdeel van de modulenbaan op – meestal – besloten evenementen.
Vanaf 2012 worden alle wisselstraten bediend via het softwarepakket iTrain. In 2013 wordt de ruwbouw gemaakt van de bakken 8 (staalconverter), 16 en 17 (opstelsporen) en krijgen bakken 9 en 10 een bovenverdieping waarop de hoogoven en de staalfabriek met walsstraat moeten komen. De Fly-over bestaat dan uit 13 bakken. In 2014 volgt bak 15, met een genormeerde wisselstraat voor de opstelsporen. Deze bak wordt dat jaar twee keer ingezet op een publieksevenement. In hetzelfde jaar gebeurt de planning van de zware industrie met bijbehorend sporenplan. De realisatie vindt plaats in 2015. De eerste helft van 2016 wordt de Fly-over middels een kruiswissel geschikt gemaakt voor verkeer over 4 sporen. Verder worden de bakken 12 en 13 gemaakt, kleine bakken zonder scenery, bedoeld als schakel tussen de hoofdsporen, rangeersporen en opstelsporen. Alleen schakelbak 14 staat dan nog in de planning.
Het sporenplan van de Fly-over is in het voorjaar van 2016 gereed, nu nog de scenery… Eind 2016 is gestart met het verwijderen van het fabrieksmatige gras op de linkerzijde van de Fly-over. Tot aan het hemelvaartweekend in 2017 wordt gewerkt aan het aanbrengen van definitieve scenery. Eerst op de linkerzijde van de Fly-over: de bakken 1, 2, 3 en 6. Later dat jaar ook op de bakken 4, 5 en 7. Achter de bakken 2, 3 en 4 verschijnen enkele scenerybakken met diverse huizenrijen; de arbeiders die in de zware industrie werken, moeten tenslotte ook ergens wonen, nietwaar? De “aankleding” van de achter de hoofdsporen liggende bakken met zware industrie (bakken 8, 9 en 10) volgt in een later stadium. De resterende bakken (11 t/m 17) zijn onzichtbaar voor het publiek en zullen niet worden voorzien van scenery.
Zodra de bakken voldoende toonbaar zijn, kan de Fly-over worden ingezet op open evenementen, die toegankelijk zijn voor een breder publiek. Tot die tijd kan een indruk worden gekregen aan de hand van onderstaande foto’s. (Alle foto’s dateren van 2016.)